Op 89-jarige leeftijd schetst de Tibetaanse spirituele leider die meer dan zes decennia geleden naar India vluchtte in zijn nieuwe boek een levendig beeld van een toekomst waarin zijn opvolger buiten de controle van China wordt geboren (via Reuters).
Door te benadrukken dat deze nieuwe incarnatie de mantel van universeel mededogen zal voortzetten en zal dienen als een baken voor Tibetaanse aspiraties voor vrijheid, daagt zijn verhaal de bewering van Peking uit om de volgende Dalai Lama te kiezen.
In plaats daarvan dringt hij aan op een afstamming die trouw blijft aan zijn historische en spirituele wortels, een houding die het voortdurende conflict onderstreept tussen een traditie die doordrenkt is van millennia-oude gebruiken en een moderne politieke kracht die vastbesloten is haar lot te herschrijven.