Het was 1997 toen regenboogvlaggen voor het eerst de straten van Boedapest opfleurden, maar deze maandag heeft de regerende Fidesz-partij van Hongarije een krachtig standpunt ingenomen tegen LGBTQ+ Pride-marsen en een wetsvoorstel ingediend bij het parlement dat het evenement effectief zou verbieden.
De wetgeving heeft tot doel bijeenkomsten te verbieden die zij schadelijk acht voor kinderen, een rechtvaardiging die een centraal punt is geweest in de bredere culturele campagne van premier Viktor Orban. Als de wet wordt aangenomen, zou deze boetes opleggen aan zowel organisatoren als deelnemers.
Het wetsvoorstel geeft autoriteiten ook de bevoegdheid om gezichtsherkenningstechnologie te gebruiken om aanwezigen te identificeren, waardoor de bezorgdheid over staatstoezicht en individuele vrijheden tijdens openbare evenementen zoals Pride verder wordt versterkt.
De regering van Orban, die zich in toenemende mate heeft gericht op LGBTQ+-rechten als onderdeel van haar christelijk-conservatieve agenda, heeft eerder internationale controverse aangewakkerd met beleid dat de promotie van homoseksualiteit aan minderjarigen verbiedt.