Deze bewerking van het gelijknamige bekroonde toneelstuk zit zo vol met briljant acteerwerk uit een ongeëvenaard ensemble, dat het natuurlijk moeilijk is om "slechts" één voorstelling, één interpretatie van de rol aan te wijzen. Het moet echter gezegd worden dat Pacino's arrogantie en zijn onfeilbare intensiteit in de rol van de makelaar Ricky Roma opvallen tussen alle geweldige uitvoeringen in dit prachtige juweeltje van een film.
In het begin van de jaren '70 was Pacino een ware orkaan van aanwezigheid, intensiteit en kwetsbaarheid. Zijn persona op het scherm was zo naakt rauw en uitgekleed als maar weinig acteurs tegenwoordig zijn en net als De Niro in Taxi Driver in het bijzonder, waren het vroege rollen vroeg in zijn carrière die Pacino's acteerwerk en zijn ongelooflijke capaciteiten bepaalden. Pacino's personage speelde de New Yorkse politieagent Frank Serpico in de iconische thriller van Sydney Lumet en stuitte op corruptie die zijn weg had gevonden naar de top van de politie, wat hem tot actie aanzet, en het grootste deel van deze film is een pure prestatie van de hoofdrolspeler.
De manier waarop Pacino overtuigde in de rol van de blinde ex-militaire luitenant Frank Slade in deze klassieker leverde hem een Oscar op voor Best Supporting Actor en ook al voelt de film zelf 30 jaar later een beetje gedateerd aan, het is nog steeds zo dat Pacino elk frame domineert waarin hij verschijnt. De manier waarop hij het tempo en de dynamiek van de dialogen bijna krampachtig beheerst, is vandaag de dag nog steeds even betoverend als bij de première.
Het duo Sydney Lumet & Al Pacino was in de jaren '70 net zo succesvol en creatief scherpzinnig als Pacino en Coppola met The Godfather films, wat al was het maar duidelijk wordt in het ietwat over het hoofd geziene Dog Day Afternoon, dat nog steeds indruk maakt. Als bankrover Sonny Wortzik speelt Pacino manisch en mentaal gebroken op zo'n overtuigende en aangrijpende manier dat het bijna niet te geloven is dat de man op de foto in het echte leven niet zo is. Pacino is hier boeiend op een manier die hij sindsdien zelden is geweest.
De manier waarop Pacino Michael Corleone met vlijmscherpe perfectie neerzet in Coppola's meesterlijke vervolg, moet natuurlijk beloond worden met een eerste plaats op zijn eigen lijstje. Al het andere zou een slechte dienst bewijzen, als je het mij vraagt. Omdat er zo'n verbazingwekkende diepte in deze interpretatie zit dat al het andere dat hij heeft gedaan verbleekt in vergelijking. Corleone gaat van de jongeman wiens identiteit schommelt tussen een onwillige crimineel die in staat is tot wroeging en vergeving, met een functionerend geweten, tot die meedogenloze maffiabaas wiens geweten nauwelijks bestaat. Hij doet het zo strak en met zo weinig middelen dat zijn latere filmuitbarstingen van wuivende armen en bulderende stem een andere man, een ander mens lijken.