Japanse premier verzet zich tegen ontslag na verkiezingsverlies
De regerende coalitie heeft bij de verkiezingen haar meerderheid in het parlement verloren vanwege de groeiende steun voor de extreemrechtse nationalistische Sanseito-beweging.
Het laatste nieuws over Japan. Zondag werden verkiezingen gehouden voor het Japanse Hogerhuis en voor het eerst sinds 1955 verloor de regerende coalitie van de Liberaal-Democratische Partij (LDP) en Komeito hun meerderheid. De kiezers hebben zich bijzonder kritisch uitgelaten over de huidige regering onder leiding van Shigeru Ishiba, die een algemene prijsstijging heeft moeten aankondigen en met wie ze niet tevreden zijn over zijn omgang met de door president Trump opgelegde tarieven.
Dit heeft vleugels gegeven voor de extreemrechtse oppositie van Sanseito om snel te groeien in het Japanse parlement, van één zetel naar 14 gisteren. Sanseito is een partij die is opgericht onder de slogan "Japan First", waarin een van de belangrijkste slogans is om de immigratie naar het land te beteugelen, buitenlanders uit te sluiten van gezondheidszorg en welzijn, en de grondwet te herschrijven om de keizer terug te zetten als staatshoofd, de instelling van het leger te herstellen en de verplichte militaire dienst opnieuw in te voeren, volgens de BBC.
Sanseito werd populair tijdens de COVID-pandemie vanwege het verspreiden van nepnieuws en complottheorieën van de overheid, in een discours dat sterk lijkt op dat van andere alternatieve rechtse bewegingen die het afgelopen decennium over de hele wereld zijn ontstaan.
Van zijn kant, en ondanks het feit dat hij de wetgevende macht in het land effectief heeft verloren, is premier Ishida, die velen verwijten niet zo conservatief te zijn als zijn voorganger Shinzo Abe, niet van plan af te treden. Hoe hij van plan is de effectieve macht over het land zes jaar lang te behouden tot de volgende verkiezingen, blijft een open vraag.
