Het eerste resultaat van de Champions League terugwedstrijd play-off avond, en de eerste verrassing: Milan is gevallen tegen Feyenoord, in een 1-1 gelijkspel dat bijdraagt aan de 1-0 overwinning voor het Nederlands team vorige week. Weinigen hadden kunnen voorspellen dat Milan, een van de meest gedecoreerde clubs in Europa, uiteindelijk zou worden uitgeschakeld door het vierde team in de Eredivisie, met een coach die vorige week enkele uren voor de heenwedstrijd werd aangesteld, Pascal Bosschaart.
Milan had de comeback in handen, na voor de eerste minuut te hebben gescoord, een doelpunt van Santiago Giménez, een Argentijns-Mexicaanse speler die pas twee weken geleden bij Milan kwam... van Feyenoord. Giménez had 36 seconden nodig om zijn voormalige club te scoren (als een van de weinige spelers die dit seizoen voor en tegen een club heeft gescoord), maar karma sloeg terug.
In de 51e minuut zag Theo Hernández, vleugelverdediger van Milan, een tweede gele kaart en werd van het veld gestuurd. Hierdoor kreeg Feyenoord meer ruimte om de beslissende treffer van Julián Carranza te maken. Milan zal zich nu moeten concentreren op Coppa Italia en Serie A, waar ze momenteel zevende staan. En met deze uitschakeling van een Italiaanse club is de kans groot dat Italië volgend jaar weer een plek in Europese competities verliest aan Spanje, vanwege de UEFA-coëfficiënt.