Oekraïense oppositiefiguren hebben de mogelijkheid om verkiezingen te houden terwijl het land in oorlog is, krachtig afgewezen, ondanks berichten over besprekingen tussen Oekraïense oppositieleden en functionarissen uit de Verenigde Staten (via Reuters).
Voormalig president Petro Porosjenko heeft benadrukt dat er geen verkiezingen mogen plaatsvinden totdat de vrede is veiliggesteld, en dringt erop aan dat een stemming niet later dan 180 dagen na het einde van de oorlog moet worden gepland. Joelia Timosjenko, een andere oppositieleider, herhaalde dit standpunt en benadrukte dat het waarborgen van een rechtvaardige vrede voorrang heeft op electorale zorgen.
Het debat komt te midden van een diplomatieke spanning na de opmerkingen van president Donald Trump die de Oekraïense president Volodymyr Zelensky een dictator noemde omdat hij geen verkiezingen hield. Ondertussen heeft Washington de militaire hulp en het delen van inlichtingen met Kiev stopgezet, waardoor de spanningen zijn verergerd na een recent geschil tussen Zelensky en Trump.
Op de achtergrond blijft Moskou de legitimiteit van Zelensky betwisten, daarbij verwijzend naar het verstrijken van zijn termijn van vijf jaar in 2024, terwijl Zelensky zelf het idee heeft geopperd om af te treden in ruil voor een onderhandelde vredesregeling, veiligheidsgaranties en uiteindelijk NAVO-lidmaatschap.
Tegen deze achtergrond voegt de langdurige rivaliteit tussen Porosjenko en Zelenski een nieuwe laag complexiteit toe, met recente sancties tegen Porosjenko die de beschuldigingen van politiek manoeuvreren aanwakkeren. Voorlopig valt nog te bezien of het Oekraïense leiderschap deze toenemende druk het hoofd kan bieden zonder het land verder te destabiliseren.