De timing van DICE's nieuw deel in de ongelofelijk populaire multiplayer oorlogreeks is ideaal. De eerste zaadjes die tot Battlefield 1 zouden uitgroeien werden al in 2008 gezaaid wordt ons verteld tijdens ons bezoek aan het kantoor van de ontwikkelaar in Stockholm. Destijds was men bezig met Battlefield: Bad Company, wat inmiddels alweer een kleine eeuwigheid geleden lijkt. We overdrijven niet als we zeggen dat er sindsdien veel is gebeurd in de gamesindustrie. Moderne oorlogsvoering voerde sinds Modern Warfare de toon, met Call of Duty 4 dat een jaar ervoor verscheen en met de opvolgende Battlefield-games die hetzelfde pad volgen. Met titels als Medal of Honor en Homefront er bij raakte de markt langzaam, maar zeker, verzadigd.
De meest populaire oplossing voor deze afnemende belangstelling in hedendaagse oorlogsvoering was de actie naar de toekomst te brengen. Games zoals Titanfall volgden Halo en plaatsten de eerste succesvolle stappen in het science fiction-tijdperk van multiplayershooters. Het duurde niet lang voordat giganten zoals Call of Duty ook deze stap namen. Gevechten met de M16, M1 Abram-tanks en de USAS-12's voelden bijna prehistorisch. Het draaide allemaal om jetpacks, laserguns en buitengewone manieren om over het slagveld te bewegen.
De geschiedenis herhaalde zich echter en de massa begon al snel genoeg te krijgen van de futuristische oorlogsvoering en ging opzoek naar iets anders. De waanzinnige ontvangst op de onthullingstrailer van Battlefield 1 was een indicatie voor DICE dat ze op de goede weg waren. De Eerste Wereldoorlog, de Grote Oorlog, was de perfecte setting voor hun nieuwe grote Battlefield-game. Met een voorliefde voor de reeks vanaf het eerste deel en het gevoel dat Battlefield 4 een beetje tegenviel deelden wij deze mening. Achteraf gezien voelde Battlefield 4 als een veilig en "makkelijk" vervolg op Battlefield 3.
Met deze game draait DICE de klok bijna een hele eeuw terug. Alles voelt heerlijke analoog en dat is iets dat keer op keer weer in ons op kwam tijdens het spelen van de multiplayer. De game voelde als een "Best of Battlefield". Er zijn overal elementen te vinden uit de voorgaande games en samen maakt de game deze beter dan ooit.
De wapens behoren tot de best aanvoelden schietijzers die we ooit hebben mogen afvuren in een virtuele omgeving. De modellen zijn schitterend nagemaakt en we troffen onszelf de semi-automatische rifles te verkiezen waarbij kogel voor kogel herladen moet worden - alleen maar omdat we zo dol zijn op de herlaadanimatie. Het feit dat we vaak tijdens deze animatie doodgeschoten worden maakte daarbij weinig uit. De terugslag voelt overtuigend en het voelt alsof de vuurwapens in het algemeen meer vaardigheid vereisen, dit past precies bij het gevoel van een primitiever tijdperk op het gebied van technologie.
Opzetstukken zijn beperkt tot het minimale, zonder de game vol te stoppen met dertien verschillende scopes, silencers, grenade launchers en ander dingen die de balans zouden kunnen verpesten. Er zijn slechts een handjevol mogelijkheden om de geweren uit te breiden, de keuze om een bajonet te gebruiken, en enkele skins (die passend zijn). Verwacht geen neongekleurde shotguns. Het verminderde aantal elementen om mee rekening te houden is iets waar we al jaren op hebben en helpt de spelmechanieken naar de boventoon voeren.
Het geluid is, zoals verwacht, verschrikkelijk goed gemaakt (wat geen verrassing moet zijn voor spelers van eerdere Battlefield-titels). De akoestiek, de motoren en de verschillende wapens klinken stuk voor stuk geweldig. Dit viel ons met name op tijdens een missie op de Monte Grappa-berg waar we een anti-aircraftgeweer richten op een vijand die zich tussen twee stenen muren bevindt. Battlefield 1 spelen zonder een goede koptelefoon of een surround system doet de game geen eer aan.
Een ander aspect dat verbeterd is, is de gebruikersinterface. Deze is mooier, schoner en veel gebruiksvriendelijker dan voorheen. Een van onze favoriete toevoegingen is hoe de veroverde gebieden op de mini-map getoond worden, waardoor het simpel is om te zien waar je je bevindt en een tegenaanval kan uitvoeren zonder te ver van het gebied af te wijken dat je aan het veroveren bent. Zelfs het spawnscherm ziet er goed ontworpen uit en toont nu een 3d weergave van het slagveld in plaats van een statische map, die je terug laat keren met een duidelijk zicht op het speelveld. De hit markers geven ook een duidelijk zicht op waar de speler zich bevind, kleinere makers geven minder schade aan en een rode marker bevestigt een succesvolle kill.
In Battlefield 4 hadden we het gevoel dat DICE moeite had levels te ontwerpen die evengoed werkten in alle gamemodi. Er zijn dan ook een gigantisch aanbod aan modi, waardoor dit een minder makkelijke opgave is. In dit deel heeft men dit echter veel beter voor elkaar gekregen. Natuurlijk zijn er levels die beter werken in bepaalde modi - Argonne Forest bijvoorbeeld is al snel favoriet in Domination, terwijl Montegrappa zich beter leent voor Conquest - we stuiten echter niet op Battlefield 4's Operation Locker, wat een chaos opleverde in Rush en perfect was voor Team Deathmatch.
We hebben erg genoten van de maps in Battlefield 1, maar er waren er twee die echt het verschil maken. De eerste is Amiens, een stedelijke map in een gelijknamig Frans stadje, met veel, kleine straatjes en een grote brug in het midden die naar een groter plein leidt. Het geeft echt het gevoel van oorlog met brandende en instortende gebouwen. Een andere favoriet van ons is Argonne Forest, dat zondermeer het mooiste bos-level is sinds Endor in Star Wars Battlefront.
Alle problemen waar we tijdens de bèta-versie tegen op liepen zijn verdwenen in het uiteindelijke product. Bugs zoals het kort vastlopen van de game bij het opstarten van het pauzemenu zijn weggewerkt, en de Medic en Support-class zijn veel effectiever gemaakt. Voor Medics is het makkelijker geworden om teamgenoten te helpen, door het automatisch verschijnen van duidelijke icoontjes boven de lichamen en spelers hoeven niet meer handmatig om hulp te vragen. De Support-class heeft op zijn beurt de beschikking gekregen over een moersleutel die voertuigen kan repareren, waardoor het een uitstekende class is voor groepen die over bepantserde voertuigen beschikken.
Vliegen in Battlefield 1 is veel leuker dan het ooit is geweest en dat is gedeeltelijk te danken aan het tijdperk. In het begin van 1900 waren er een handige wapensystemen zoals hittezoekende raketten. In Battlefield 1 loont het zich om daadwerkelijk een goede piloot te zijn, in tegenstelling tot zijn voorgangers waarin je niet langer dan tien seconden in de lucht kon blijven voordat er zeven vijanden je met hun raketwerpers bestookten. Wil iemand van je af dan moet dit op de ouderwetse manier, met een vaststaande anti-air gun of met een ander vliegtuig. Dit levert eveneens enkele vermakelijke luchtgevechten op.
Klassieke modi zoals Conquest, Rush, Domination en Team Deathmatch zijn terug en met name de laatste twee voelen net zo goed als altijd. In tegenstelling tot de bèta-versie tellen kills nu mee in de score van Conquest, waardoor het makkelijker is om bij te dragen aan de kansen van je team, zonder dat het uitmaakt wat voor type speler je bent. In Rush zorgt een systeem er voor dat de radiostations willekeurig worden geplaatst, zodat ze niet altijd op dezelfde plekken terecht komen (alhoewel ze natuurlijk wel in een bepaald gebied blijven).
Onder de nieuwe modi bevindt zich de buitengewone War Pigeon-modus. Deze is gebaseerd op soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog op postduiven moesten rekenen om belangrijke boodschappen naar hun bevelhebbers te brengen. Het is een modus op een kleinere schaal, waarin een duif willekeurig op de map verschijnt en beide teams deze onder controle moeten krijgen. Als een speler de duif oppakt moet er een boodschap geschreven worden, dat wordt weergegeven met een vollopende meter, en dit gaat sneller wanneer de speler stilstaat - wat er voor zorgt dat het van levensbelang is dat de rest van het team snel een goede verdediging opzet. Als de boodschap geschreven is, moet de duif losgelaten worden - het andere team krijgt hierbij een korte kans om de duif neer te schieten. Slagen ze daarin dan begint het proces opnieuw, ontsnapt de duif dan krijgt het team die deze heeft losgelaten een punt.
Het is een hectische (en feestelijke) modus en bizar om een vrouwelijke stem herhaaldelijk te horen zeggen dat een duif opgepakt is of laten vallen. De modus moet echter gezien worden als een extraatje. Het is de nieuwe Operations-modus waarin de meeste tijd wordt doorgebracht. Het biedt een mix van twee kenmerkende modi: Conquest en Run, waar een team aanvalt en de ander verdedigt. Aan het begin van de game worden spelers verteld wat het aankomende gevecht inhoudt en wat er allemaal op het spel staat.
Net zoals in Rush moet het aanvallende team de controle nemen over twee doelen, maar in plaats van het vernietigen van radiostations zijn er twee vlaggen die overgenomen en behouden moeten worden. Als dit lukt volgt de volgende fase van de game, waar twee nieuwe (of drie, of een) vlaggen veroverd moeten worden. Het verdedigende team moet er voor zorgen dat dit niet gebeurt. Lukt dit, dan krijgt het aanvallende team nog een kans (dit keer ondersteund door een gigantische zeppelin). Deze potjes spelen zich niet af in een map, maar verplaatsen zich naar andere maps, totdat de aanvallers al hun kansen hebben verspild. De matches duren iets langer dan andere modi, maar dat is ook de charme ervan. Het geeft het gevoel mee te spelen in een gigantisch gevecht, waarbij de gevolgen echt voelen.
De graphics zijn, zoals verwacht, uitstekend. De Frostbite-engine levert visueel een schitterend plaatje. We houden er van hoe wapens met modder besmeurd raken als we door modderige geulen banjeren terwijl vijandelijk vuur over onze hoofden raast, en hoe explosies ons angstig maken om ook snel een kijkje te nemen. Een enkele seconde vergeten we dat we een game aan het spelen zijn en maken we ons zorgen dat de modder op ons wapen het zou verwaarlozen, en dat geeft precies aan hoe indrukwekkende de graphics zijn - zowel op pc als consoles - draaiend op 60 frames per seconde op enorme slagveld met 64 spelers tegelijkertijd.
De weerseffecten zijn niet alleen prachtig, maar ze dwingen spelers ook om zich aan te passen en anders te spelen. Neem bijvoorbeeld de stofstorm die zo nu en dan over de woestijnmap Sinai Desert trekt: als de storm het speelveld opslokt, kan je tijdelijk slechts enkele meters voor handen zien, vliegen en snipen is dan vrijwel onmogelijk. We worden gedwongen om tijdelijk extra voorzichtig te zijn en onze directe omgeving nauwlettend in de gaten te houden. Een vergelijkbaar effect is terug te vinden op de map aan de Italiaanse kust, Empire's Edge, waar een mistlaag de map afdekt als een dikke deken.
We kunnen bijna niet wachten totdat de hele wereld aan de slag kan met de game en de servers vullen, de game is nou eenmaal briljant in de multiplayer. Daar is er ook een singleplayercampaign in Battlefield 1 en daar zijn we op voorhand enigszins huiverig over. We hadden nooit verwacht dat DICE erin zou slagen om de Battlefield-ervaring tot een goede solocampaign te maken. We waren dan ook volkomen verrast toen we aan de campaign van Battlefield 1 begonnen, waar we werden getrakteerd op een uitstekend verteld en geregistreerd verhaal.
Of beter gezegd vijf verhalen. DICE heeft dit keer gekozen voor een iets andere aanpak voor de campaign. In plaats van een enkele hoofdpersoon die zowel de beste tankbestuurder, piloot of sluipschutter is, volgt het verhaal verschillende personages met elk een eigen identiteit en achtergrond. We merken dat we echt om de (jonge) personages geven die in de scenes van de "War Stories" spelen.
We hebben wel het gevoel dat sommige missies enigszins worden uitgemolken. En het is jammer om te zien dat veel van de levels in de campaign opnieuw gebruikte multiplayermaps zijn. Voor de eerste keer voelt het echter dat we een verhaal spelen dat DICE altijd al heeft willen vertellen. En dit keer voelt de campaign niet als bijzaak, maar iets waar werkelijk goed is over nagedacht.
Vanuit een gameplayperspectief is DICE er in geslaagd om de campaign daadwerkelijk te laten aanvoelen als een Battlefield-game. Weg zijn de kleine gangen, er is eindelijk ruimte voor open slagvelden. Dit geeft ook de mogelijkheid om strategisch en stealthy te spelen, waar je je een weg kan banen naar een uitkijktoren om vijanden te markeren - niet veel anders dan dit werd gedaan in Crysis en Metal Gear Solid V: The Phantom Pain.
Alles in de game wordt met respect behandeld en geen enkele natie wordt als de slechterik afgeschilderd. De game laat duidelijk zien dat zelfs de vijandelijke troepen die je neermaait met een machinegeweer ook mensen zijn. Je ziet soldaten instorten op het slagveld en een ongemakkelijk gevoel kruipt regelmatig naar boven. Dat is geen andere Battlefield-game tot zover in geslaagd. Het voelt gedeeltelijk als een geschiedenisles en de muziek er bij is ongelofelijk mooi.
De kleine aanmerkingen die we op Battlefield 1 hebben zijn exact dat: kleine tekortkomingen, muggenziften. Er zijn een paar bugs waar we ons aan ergerden (als je een groot luchtschip neerschiet kunnen brokstukken in de lucht blijven hangen, en niet alle outfit animaties zijn even consistent), maar er is weinig dat de briljante ervaring overschaduwt. Een het einde van de rit zijn we al lang niet meer zo enthousiast geweest over een Battlefield-game, en dat is precies wat de reeks nodig had.